Droombeest
Al van kleins af aan vind ik dat mensen soms heel erg op bepaalde dieren lijken. Zo had ik een juffrouw in groep vier die een uil had kunnen zijn (mijn vader ging overigens wat verder door haar steevast een koe met een uilenkop te noemen, maar dat had meer met haar lichaamsbouw te maken), heeft mijn oma een zus die dezelfde uiterlijke kenmerken had als een mopshond en was mijn leraar natuurkunde in de brugklas niet te onderscheiden van een brulkikker. Zeker op school was deze ‘gave’ niet altijd even handig. Natuurkunde is al niet makkelijk, laat staan als een hele boze en dikke Kermit je alles moet uitleggen.
Ik heb wel eens van een waarzegger gehoord dat ieder mens een zogeheten spirit animal zou hebben. Dat zou in ieder geval een hoop verklaren. Toen ik dat hoorde was ik zelf maar klein en was mijn Engels nog niet zo goed, dus vertaalde ik het in mijn hoofd naar droombeest. Sindsdien ben ik altijd op zoek naar iemands droombeest. Bij sommige mensen is het heel nadrukkelijk aanwezig en kan ik het meteen zien. Het is ook echt geen toeval dat sommige huisdieren zo op hun baasjes lijken (of vice versa). Anderen hebben het droombeest wat meer onder controle en die moet je echt wat beter leren kennen voordat je het gaat zien.
Sommige mensen trekken ook bepaalde soorten droombeesten aan. Als ik bijvoorbeeld terugkijk op mijn dating history zie ik verdacht veel vosjes voorbij komen. Ze zien er allemaal lief en zacht uit, maar kunnen opeens bijten en zijn je vaak te slim af. Een goede vriend van me komt regelmatig thuis met een kat. Poezelig en speels als ze er zin in hebben, maar ze trekken meer dan eens hun eigen plan. Als hij er wat van zegt komen de klauwtjes naar buiten en kan hij maar beter oppassen.
Je hebt veel standaard droombeesten. Veel trouwe honden, de voornoemde katten en kippen (zonder kop) zie je overal. Varkens zie je ook vaak. Er zijn echter ook zeldzame beesten. Mensen die zo uniek zijn dat ze een heel bijzonder droombeest hebben. Een beest dat je heel af en toe voorbij ziet komen is de honingdas. Soms heb je zo iemand in je vriendengroep. He just doesn’t give a fuck. Ze pakken alles wat ze pakken kunnen en het interesseert ze niet hoe ze het doen, als ze het maar krijgen. Met dat soort vrienden kan je uiteraard goed feesten.
Een andere kennis van me is een olifant. Een jonge mannetjesolifant welteverstaan. Van binnen heus zachtaardig, maar hij heeft het wonderlijke vermogen om alles om hem heen stuk te maken, als hij even wat minder bewust is van wat hij doet. Van meubilair tot (zijn eigen) relaties, alles gaat stuk. Een paar drankjes zijn soms al genoeg om hem over het randje te duwen, met veel hilariteit tot gevolg voor ons als toeschouwers. Je moet alleen wel oppassen dat je niet te dichtbij komt.
Eigenlijk kan ik alleen maar genieten van de dierentuin waarin ik leef. Alleen al op mijn kantoor heen heb ik een flamingo, een puppie en een stier naast me. Nooit saai met zo’n beestenboel om je heen. En hoe meer ik me er mee bezig ga houden, hoe sneller ik het zie. Als ik dus soms wat vreemd naar je staar, dan zou het zo maar kunnen dat ik niet naar jou kijk, maar naar je droombeest.
-Illustratie door Charlotte Greeven (http://pupcreativeagency.com/)