De hond
Ik had er al tijden alleen maar goede verhalen over gehoord. Iedereen kwam er zo ‘chill’ en zo ‘zen’ vandaan steeds. ‘Dit is echt iets voor jou hoor!’ kwam er dan achteraan. Mij leek yoga altijd wat zweverig en meer iets voor meisjes. Of voor de superhipsterboys dan misschien. Maar aangezien ik toch al een tijdje de wat gezondere kant op aan het gaan ben (dit stukje schrijf ik in SLA en heb sinds kort mijn eigen slow-juicer om maar wat te noemen) besloot ik het dan ook maar eens te proberen.
Een vriend van me raadde me een fijne studio op de Nieuwe Achtergracht aan. Daar boden ze ook een introcursus aan voor beginners. Dat was me dan ook van harte aanbevolen door iedereen die ik erover had gesproken. ‘Je hebt echt geen idee hoe zwaar het is hoor! Je kan het je gewoon niet voorstellen.’ Ik probeerde het nog met ruige verhalen over voetbal en hardlopen maar werd direct op de vingers getikt: ‘Dat is totaal niet hetzelfde.’ Ok, beginnersklasje dan maar.
Op een druilerige zaterdagochtend was het zover. Met in mijn rugzakje alleen kleren en een handdoek kwam ik wat bedremmeld de studio binnen. Een niet onprettige warmte sloeg me zachtjes in het gezicht. Ik had waarschijnlijk iets meer kunnen genieten van de warmte als ik niet een lichte kater had meegenomen naar mijn eerste les. Vrijdagavond blijft vrijdagavond natuurlijk, hoe gezond je ook leeft. Een schattig blond meisje straalde me toe vanachter de receptie. Ik zal wat schichtig om me heen gekeken hebben, want ze vroeg meteen of dit mijn eerste les was. Ik knikte zachtjes van ja.
‘Je naam alsjeblieft?’
‘Sjoerd…’ fluisterde ik, bevangen door de serene rust om mee heen.
‘Ok Sjoerd, hier is je muntje, dat kan je zo afgeven aan de instructrice. De kleedkamers zijn daar linksachter. Veel plezier!’
Ik voelde me al meteen wat meer op mijn gemak gesteld. Ik mompelde een bedankje en schuifelde zachtjes richting de kleedkamer. Onderweg ernaartoe ving ik een glimp op van de zaal waar het allemaal gebeuren zou. Groot, luchtig en met een hoog plafond met veel glas erin. Gelukkig maar, dacht ik, geen klein stikhok.
De mannenkleedkamer was verrassend klein. Nou ja verrassend is niet het goede woord eigenlijk. Er waren bijna alleen maar vrouwen daar. Enkel een grijze mid-lifer (type net gescheiden dus nu maar even kijken waar de chickies uithangen) en ik vertegenwoordigden nu het mannelijk geslacht. Terwijl ik me nog aan het omkleden was liep hij al naar de zaal. Met zijn sokken nog aan. Ik snapte zijn ex-vrouw al meteen een beetje beter.
Op blote voetjes schoof ik even later de zaal binnen. Shit, muntje vergeten. Een reisje terug naar de kleedkamer later kon ik alsnog naar binnen. Ik mocht een mat pakken en een plekje zoeken in de zaal. Helemaal links, een beetje vooraan, zag ik een veilig hoekje. Een grote pilaar achter me, en voor- en rechts van me twee stiekem best wel knappe meisjes.
Een stukje verder de zaal in, gezien vanaf mijn fijne hoekje, werd het al weer wat minder fraai. Twee bonkige dames met matchende pyjama’s en kortpittige kapsels flankeerden elkaar. Ze zaten zo dichtbij dat ik me afvroeg of er ook zoiets bestaat als synchroon-yoga. Vlak achter ze zat iemand die zo de ex-vrouw van de grijze mid-lifer zou kunnen zijn. Ze had zichzelf duidelijk helemaal opnieuw uitgevonden en was nu haar lichaam aan het herontdekken. Ze zat al klaar in de lotushouding en was, haar brede schouders lekker losdraaiend, volledig tot rust aan het komen. Ogen dicht en gefocust op haar nogal luide ademhaling. Even weg van alles, maar toch als enige in de zaal haar iPhone binnen handbereik… Ik probeerde me af te sluiten van de 20 andere mensen om me heen (niet zo oordelen Sjoerd) en zocht naar wat stilte in mijn hoofd.
De instructrice bewoog alsof ze nog nooit wat anders had gedaan dan yoga. Soepel als een kat gleed ze door de ruimte om de laatste muntjes te collecteren. Ze zal ergens tussen de 35 en 45 zijn, maar ik vond haar vooral tijdloos. Yoga zal wel écht gezond zijn, dacht ik nog.
Na een hele korte mondelinge introductie gingen we opeens echt van start. We leerden een paar basishoudingen die we steeds in elkaar over moesten laten gaan, om ze vervolgens nogal lang vast te houden. Erg lang merkte ik al snel. Onze instructice had namelijk een lievelingshouding. Alles gebeurde vanuit de beruchte Downward Facing Dog pose. Voor wie hier niet bekend mee is: je moet op handen en voeten staan, knieën lichtjes gebogen, en je moet jezelf met het gewicht verdeeld over je hele handpalm naar achter duwen, zodat het gewicht niet op je schouders terecht komt. Oh, en je moet je hoofd naar beneden laten hangen. Dat alles dus tegelijkertijd.
Toen we een half uurtje bezig waren (of was het een heel uur? Geen idee…) had ik zo’n tien honden geteld. Afgewisseld met cobra’s en allerlei soorten warriorswerd ik geconfronteerd met hoe zwak mijn armen eigenlijk zijn, en wat voor ongelooflijk korte hamstrings ik heb. Steeds als we heel kort een rustpositie mochten aannemen en ik uit alle macht probeerde mijn ademhaling onder controle te krijgen, voelde ik de krachten langzaam wegstromen uit de delen waar ik ze het hardste nodig had.
‘En in een vloeiende beweging terug naar… Downward Facing Dog. Drie keer rustig ademhalen, vasthouden, nog een keer…’. Iedere keer als ik mijn hoofd naar beneden richtte merkte ik dat mijn kater een hekel had aan honden
Mijn polsen smeekten me of ik alsjeblieft de Fat Dog van ze af wilde halen. Mijn bovenbenen trilden als die van een teckel in de vrieskou. Dierenmishandeling was het. Ik begreep wel waarom die hond naar steeds naar beneden moest kijken. Het arme beest was doodop!
Na nog een aantal posities achter elkaar spieren in mijn benen te hebben afgescheurd waarvan ik echt niet wist dat ik ze had, mochten we langzaamaan afbouwen naar de rustposes toe. Toen we op het laatst 5 minuten stil op onze rug moesten liggen kwam ik eindelijk weer wat bij. Het was bijzonder om te merken hoe snel ik weer ontspannen was. Aan het zachte gesnurk verderop in de zaal te horen, was ik niet de enige die zo relaxed was opeens. De vrouw even verderop had eindelijk haar innerlijke rust gevonden.
Zwijgend zweefde ik terug naar de kleedkamer. Minutenlang stond ik onder de douche zonder me te verroeren. Toen ik de studio uitliep merkte ik dat de storm van gedachten die ik normaal heb was gaan liggen. Van de fietstocht terug naar huis kan ik me bijna niets herinneren, behalve dan dat de eerste bloesems aan de bomen zo mooi waren. Thuis aangekomen viel ik bijna direct in een heerlijk diepe slaap. Urenlang was ik niet meer wakker te krijgen. Slapende honden moet je ook niet wakker maken heb ik ooit gehoord. Volgende week ga ik gewoon weer. Yoga heeft er een trouwe volgeling bij.
-Illustratie door Charlotte Greeven (http://pupcreativeagency.com/)